Historische Lezing: Nijkerkse Tabaksindustrie

Historische lezing: Nijkerkse Tabakindustrie

Wanneer?

Datum

donderdag 11 april 2024 GEANNULEERD


Tijd

19.30 - 21.30 uur (inloop vanaf 19.00 uur)

Waar?


Bibliotheek Nijkerk

Frieswijkstraat 99

3861 BK Nijkerk

Kosten?


Prijs € 8,50 p.p.

Start: gegarandeerd


Minimaal aantal deelnemers: n.v.t.

Maximaal aantal deelnemers: 100

Na ruim een eeuw ontkiemt soms nog steeds het Nijkerkse tabakszaad.


De teelt van tabak begint in Nijkerk ongeveer halverwege de zeventiende eeuw. Het (sub)tropisch gewas uit Amerika is meegebracht door kolonisatoren en komt via Spanje naar Nederland. Door een combinatie van factoren, waaronder de samenstelling van de grond, de ligging van Nijkerk aan het water (voor het vervoer naar Amsterdam) en de beschikbaarheid van veel arbeidskrachten, breiden de tabaksvelden zich in deze stad snel uit. De rijke opbrengsten zorgen voor een periode van voorspoed en veel handel en bedrijvigheid. Rond 1800 is Nijkerk na Arnhem de plaats met de meeste inwoners van Gelderland.


De tabak wordt in Nijkerk verbouwd en gedroogd in tabaksschuren. In 1686 telt Nijkerk er ruim tachtig; in 1815 maar liefst 230. Rond die tijd is een zesde deel van de Nederlandse tabak afkomstig uit Nijkerk.


De gedroogde tabak wordt verkocht om in Amsterdam te worden verwerkt tot snuif-, pruim- en pijptabak. Tabak blijft lange tijd het belangrijkste gewas. Tijdens de Franse overheersing (1795 – 1813) wordt de export aan banden gelegd en moet alle tabak worden verkocht aan de bezetters. Na de Franse overheersing herstelt de tabaksteelt zich gedeeltelijk, maar halverwege de negentiende eeuw groeit de concurrentie van betere en goedkopere tabak uit de tropen. Dit betekent uiteindelijk het einde van de Nijkerkse tabaksteelt.

Gastspreker: Wilson Hoogers

Vandaag de dag is de wereld complex, maar om die wereld en elkaar te begrijpen, zal men het verleden moeten bestuderen.


Voor mij begon mijn interesse voor geschiedenis al toen ik vrij jong was. Mijn ouders namen mij van kleins af aan al mee op reis. Dit waren reizen door Europa, maar ook door de wereld. Geen strandvakantie, maar een natuur- en cultuurvakantie. En op deze manier kom je vanzelf in aanraking met verschillen, maar ook de geschiedenis – het ontstaan – van deze verschillende culturen. Dat vonden ze belangrijk. En ook nu probeer ik zo veel mogelijk van deze wereld en de geschiedenis te zien en te ervaren. Het mag dus ook geen verrassing zijn dat ik nog graag ieder jaar veel op reis ga. Hiernaast ben ik fervent wandelaar. Ieder jaar loop ik de 50 kilometer van de Nijmeegse Vierdaagse. Maar een land is meer dan alleen steden, de natuur zegt ook iets over hoe een land zich heeft gevormd. En die natuur verken ik het liefste op wandelschoenen.


Toch ben ik toevalligerwijs in het onderwijs terechtgekomen. Ook hiervoor heb ik een weg moeten bewandelen. Als middelbare scholier vond ik het vak geschiedenis altijd wel leuk en was ik er ook goed in, maar ik wist niet wat ik wilde worden. Presenteren vond ik maar niks en de lerarenopleiding geschiedenis was een tijdelijke oplossing om met een propedeuse geschiedenis en/of politicologie aan de universiteit te gaan studeren. Maar tijdens die opleiding kwam ik erachter hoe het is om mensen iets te leren, te enthousiasmeren en te interesseren.


Bij mijn volgende stap als docent geschiedenis op het Corderius College in Amersfoort, waar ik nu werk, probeer ik er alles uit te halen wat erin zit. Wat een groot compliment is het om die kinderen te helpen om stapjes te zetten in hun vaardigheden. Een voorbeeld te mogen zijn of hen normen en waarden mee te kunnen geven. Of als kinderen gewoon simpelweg aangeven jouw vak toch leuk te vinden door de manier hoe het wordt vormgegeven. Dan weet je dat je het niet voor niks hebt gedaan.


En ook bij de VUN wil ik jullie blijven enthousiasmeren, maar ook vooral interesseren voor de onderwerpen en dit belangrijke en mooie vak!

unsplash